Onderzoek Landbouw
Zijn drukdrains en natte teelten bedrijfseconomisch haalbaar?
Met drukdrains en natte teelt onderzoekt het Innovatieprogramma Veen (IPV) de kansen voor landbouw onder natte omstandigheden. Hoofddoel is om de bodemdaling met 90 procent te verminderen. Voorwaarde is wel dat de oplossingen een rendabel alternatief zijn voor de gangbare landbouw. We doen onderzoek binnen drie thema’s:
Wageningen UR (WUR) kijkt naar de bedrijfseconomische kant van vernatting, zowel bij natte teelten als bij drukdrains:
Vernatten en de wijze waarop je dat doet heeft gevolgen voor het hele bedrijfssysteem: van de opbrengst van gras tot het uitrijden van mest. Wageningen UR onderzoekt daarom de technische en economische gevolgen van vernatten voor het hele bedrijf. Dat gebeurt voor verschillende varianten: drukdrains met een grondwaterstand van 50, 40 en 30 centimeter onder het maaiveld, greppelinfiltratie met een greppelafstand van 12,5 en 20 m en inpassing van paludicultuur op 15, 25 en 35% van het bedrijfsareaal. Daarbij worden nog combinaties van maatregelen doorgerekend. De resultaten van de berekeningen worden in de zomer van 2020 verwacht. Vervolgens worden de uitkomsten getoetst met metingen in de praktijk.
Idse Hoving, onderzoeker bij de WUR: “Het sturen van de waterhuishouding op perceelniveau met onderwaterdrains geeft zichtbare verschillen, zowel onder droge als natte omstandigheden.”
We verwachten dat vernatting van veenweide leidt tot minder bodemdaling en een afname van de uitstoot van broeikasgassen. We onderzoeken of dat ook daadwerkelijk gebeurt:
Onderzoekscentrum B-WARE doet samen met Kytalyk Carbon Cycle Research en de Radboud Universiteit metingen aan broeikasgassen op percelen met natte teelten en drukdrainage. Ze kijken daarbij niet alleen naar CO2-uitstoot maar ook naar de uitstoot van het sterkere broeikasgas methaan, dat juist toeneemt onder natte omstandigheden. De uitstoot van broeikasgassen zegt ook iets over de bodemdaling.
We voeren chemische analysen uit om de achterliggende processen beter te begrijpen en de maatregelen te kunnen optimaliseren. Het gaat daarbij ook om de groeiomstandigheden voor Azolla en lisdodde.
Piet Jan Westendorp, onderzoek B-Ware: “Door metingen te doen in de bodem, het water en de vegetatie ontrafelen we de diverse systemen en teelten op een vernatte veenbodem met als ultieme doel: reductie van de bodemdaling.”
In de zomer van 2019 maakten we onderstaand filmpje over de broeikasgasmetingen.
De vernatting van de veenweiden heeft ook effecten op de natuur en het landschap. Natte teelten geven een ander beeld dan koeien in de wei. Bepaalde soorten flora en fauna die gedijen bij ontwatering verdwijnen mogelijk, terwijl waterminnende soorten zich juist ontwikkelen. Na een eerste nulmeting worden deze effecten gemeten:
In het voorjaar van 2020 maakten we onderstaande video van het weidevogelonderzoek.
Update pagina: zomer 2020